vrijdag 11 juli 2008

In het Egyptisch museum te Cairo

De gids doet enorm zijn best om ons van alles uit te leggen, maar niemand luistert. Bij een beeldje van een mannelijk naakt, roept een reisgenote “Kijk! Een penis!” en vraagt aan de gids: “Vroeger hadden de mannen veel grotere penissen dan tegenwoordig, hoe komt dat?” De gids is in verlegenheid: “Nee hoor, de penissen waren niet groter, de beeldjes zijn wat overdreven”. Dit lijkt de dame onzin en zij roept haar echtgenoot: “Kijk eens wat een grote penis!” De man verbleekt, hier kan zijn snikkeltje niet mee concurreren. “Dat is geen penis, dat is een handvat van het beeldje”, probeert hij. “Nee, een penis! Een grote penis!” Haar stem blijft nog lange tijd door het museum galmen.

De warme bakker

Een half uurtje lunchpauze. Het enige dat ik nodig heb is een halfje brood en dáár wil ik natuurlijk niet een hele supermarkt in het spitsuur voor rondrennen.
Dat wordt dus de warme bakker. Ik bereid me er al op voor; je kunt namelijk niet zeggen: “Een halfje bruin”. Nee, dat moet je specificeren. Eigenlijk zal het me worst wezen wat voor brood ik krijg, ik proef geen enkel verschil.
“Een half volkoren”, vraag ik. De verkoopster kijkt me streng aan: “Grof of fijn?”
“Uhhh…. doe maar grof”. De dame begint nu haar geduld al te verliezen: “Ja, wát dan?” “Tja…. maakt mij niet uit hoor, doe maar wat”. “Ja, doe maar wat???? U moet wel zeggen wat u wilt”. O God, m’n lunchpauze is al bijna om. “Waar moet ik uit kiezen dan?” “Ik heb meergranenbrood, extra zemelenbrood, viermolenbrood, hele korrel, Waldkorn, pandabrood, vloerbrood”. Ik onderbreek haar op een willekeurig moment: “Ja, ja, doet u dat maar!” “Wat? Maanzaad, sesam of Allinson?”.
In gedachten ga ik terug naar mijn jeugd; wat was een bezoek aan de bakker toen fijn. Veel te kiezen had je niet; het was wit of bruin. Op een gegeven moment kwamen er wel rariteiten als “Kingcorn” en iets waar ik de naam van ben vergeten maar wat begon met: “Dokter”. Dat was voorverpakt en daardoor al iets bijzonders. Er hing een geheimzinnig sfeertje omheen, je behoorde je te schamen als je het at. Ik hoor nog een klasgenootje roepen: “He, eet jij Kingcorn??!” op een toon alsof ik een handje xtc-pillen als lunch gebruikte.
O, de broodverkoopster begint paars aan te lopen. “Die”, wijs ik, “doet u dat maar”. “Twaalfambachtbrood”, briest ze, “als u dat nu gelijk zegt, ik heb niet de hele dag de tijd”.

zondag 6 juli 2008

Mark Atkins in concert

Gisteren naar een concert van Mark Atkins geweest. Geweldig! Deze man rookt en drinkt als een ketter, dit laatste ook gewoon tussen het spelen door. Ja mensen, ik heb het juiste muziekinstrument gekozen om te leren bespelen!


Mark Atkins stamt van de Yamitji stam uit West Australië en is half Iers, half aboriginal. Hij speelde al op jonge leeftijd didgeridoo. Naast Didgeridoomaster, is hij verhalen verteller, songwriter, kunst schilder van aboriginal art , drummer en hij maakt zijn eigen didgeridoo’s. Mark A. heeft onder andere samengewerkt met Led Zeppelin’s Jimmy Page, Robert Plant, Peter Gabriel, Sinead O’Connor en vele andere bekende artiesten. Sinds enkele jaren is Mark een bekende en gewilde speler in Europa. Hij heeft op grote festivals gestaan en grote workshops gegeven in o.a. België, Duitsland en Nederland.